“Het gezin was in beeld bij de hulpverlening.” Of: “Hij was een bekende van de politie.” En: “Hij stond onder behandeling van een psychiater.” Ik hoor deze zinnen in het nieuws en denk: daar gaan we weer, je zult maar hulpverlener zijn. Als je het goed doet hoort niemand het en als het fout gaat, schuift men de schuld in jouw schoenen.
De enige schuldige is diegene die het misdrijf pleegt en het zijn de omstandigheden, die ertoe geleid hebben, die bepalen of er begrip voor valt op te brengen. Daarmee keur je een actie niet goed, maar geef je aan te snappen dat het zover heeft kunnen komen. Natuur geloof ik ook het liefst in een altijd succesvolle hulpverlening; niet in de laatste plaats omdat ik durf te erkennen dat ik weinig zelfredzaam ben. Toch ben ik zelf de eindverantwoordelijke van mijn daden.
Het heeft met ons schuldgevoel te maken dat we na missdaden zo snel mogelijk een ander aanwijzen die heeft gefaald. Geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, maatschappelijk werk, politie, justitie of reclassering zijn prima zondebokken voor ons eigen onvermogen om te voorkomen dat iemand doordraait. Het is lastig te accepteren dat dit niet altijd te vermijden is. Wie kan er nou werkelijk beweren dat hij (of zij) onfeilbaar is? Alleen al het beweren bewijst het tegendeel!
Naast het aanwijzen van een schuldige moet eveneens de oorzaak worden benoemd. In veel gevallen wordt dan vermeld dat de verdachte (of dader) psychische problemen had of een psychiatrisch patiënt was. Het eerste voelt wellicht nog verzachtend, maar het tweede suggereert toch dat het een gevaarlijke gek was. Door de daad te etiketteren naar een geestesziekte vegen we (nogmaals) ons eigen straatje schoon.
Hulpverleners falen en de normale mens overkomt zoiets niet. Echter, een bekend gezegde in de psychiatrie luid: “Ooit wel eens een normaal mens ontmoet? En beviel het?” In potentie zijn we allemaal moordenaars en dus geestesziek. Daarbij houden velen er, voor anderen, aparte gebruiken op na. Het wegplakken van het probleem onder het etiketje van de psyche is niets anders dan je kop in het zand steken.
Ik vind dat het benoemen van een geestesziekte in geval van een misdrijf niets toevoegt, want als het goed met je gaat, dan pleeg je geen misdrijf. Het enige wat je creëert is extra angst; namelijk voor diegene die ervoor uitkomt het zonder psychiatrische hulp niet te redden. Het zieke van een geesteszieke is dat hij/zij een geest heeft die niet uit te schakelen is en dus altijd in de weg zit. Het geluk is volgens het spreekwoord niet voor niets met de domme!
Diegene die vindt dat nietsdoen geen optie is, moet de hulpverlening niet als zondebok aanwijzen. Al is vanuit de dramadriehoek best te verklaren dat ‘de helper’ het slachtoffer wordt, want de geboden hulp wordt zelden gewaardeerd; niet in de laatste plaats omdat we niet weten in hoeverre hulp misstanden voorkomt, want die zaken hebben zich niet voorgedaan. Misschien is het beter je af te vragen wat jij kunt doen?