Ik schijn nogal negatief te zijn. Volgens sommige ben ik een zeikerd. Beide kritiek waar je niets mee kunt. Immers zowel negatief als zeikerd is een kwalificatie, maar het bevat niet de broodnodige verdieping om iets aan deze kwalificaties te kunnen doen. Lief, attent, knap, zorgvuldig, aandachtig zijn ook waardeoordelen, maar wel van een soort die leuker zijn om te horen.
Overigens geldt wat mij betreft dat je van zowel de positieve als de negatieve kwalificaties de aanleiding zou moeten weten. Het geeft je inzicht in hoe een ander naar je kijkt. Toch ben je eerder geneigd uitleg te vragen over de negatieve beoordelingen dan over de ‘vind ik leuks’.
Mensen die mij een zeikerd of negatief noemen, hebben kritiek. Toch is het mij dan volstrekt onduidelijk waarop en waarom. Dat ik kritisch ben, weet ik. Ik krijg overigens zelden te horen: “Tjonge wat ben jij kritisch”, en eigenlijk snap ik dat wel. Meestal vinden ‘ze’ je dan ook een zeikerd, maar in mijn geval wordt zo’n opmerking als compliment opgevat.
Ik vind dat je altijd de aanleiding van een opmerking moet weten, zowel negatief als positief. De vraag is of de kritiek dan wel het compliment daadwerkelijk over jou gaat. Vaak zegt zo’n opmerking meer over diegene die ‘m plaatst dan over diegene die ‘m ontvangt. In de meest gunstige interpretatie kun je concluderen dat je aanwezigheid in elk geval wordt opgemerkt.
Zij die mij negatief, een zeikerd, een chagrijn of nog erger noemen, kun je in niet bepaald positief noemen. Vaak missen ze ook nog het vermogen om een kritisch naar de kritiek te kijken. Zij missen daardoor het opbouwende karakter. In zo’n geval heeft de kritiek dan ook weinig zijn gehad; Als jij je nu aangevallen voelt, zou jij jezelf eens af kunnen vragen of ik deze zin daadwerkelijk met jou in het achterhoofd heb geschreven?!
Ik heb het idee dat mij weinig ontgaat, en dat ik niet zo maar alles voor zoete koek slik. Dit leidt vervolgens weer tot kritische voetnoten als Tweets en Facebook-berichten (en tot deze column). Natuurlijk denk ik, als ik weer een klootzak wordt genoemd, had ik mijn mond maar gehouden. Alleen lukt mij dat niet!
Ik zie wat krom is en moet daarom vaak scheve gezichten op de koop toenemen. Ik hoopte dat Facebook mij positief zou verrijken; Immers daarop is iedereen tóch altijd vrolijk, familiair, succesvol, attent, meelevend (vooral als het om kinderen of dieren gaat) en vriendelijk. Dat dacht ik! Fout!
Het leven op Facebook is zoals de netwerksite wil dat jij het ziet. Uit onderzoek blijkt vervolgens dat als jij negatieve dingen krijgt te zien jij je ook negatiever gaat uiten. Mijn kritiek van de afgelopen tijd is dus helemaal niet mijn schuld, maar van een onderzoek van Facebook. De netwerksite heeft mij te veel negatieve berichten laten zien. Mijn streven om met behulp van Facebook positiever te worden is daarom mislukt.
Om alsnog wat positiever te worden kan ik Facebook beter mijden.