Een oordeel is snel gegeven. Ik merkte deze week hoe een oordeel juist en tegelijkertijd ontzettend foute kritiek kan zijn. Het ergste is dat ik zelf slecht tegen kritiek op taalfouten kan. Ik wil namelijk perfect zijn.
Ik schreef bij bijgevoegde foto: “Hierom word ik dus leraar Nederlands”. Het klopt dat er qua spelling weinig van de boodschap klopt, toch is het maar zeer de vraag of de persoon in kwestie dat aan te rekenen valt. Op Facebook reageerde iemand dat het briefje wel erg veel weg heeft van dyslexie.
Ik had daar dus totaal niet bij stil gestaan. Zoals mijn vrouw geniet van een onberispelijk en schoon huis, geniet ik van een keurig geformuleerde zin en mooi taalgebruik. Elke week opnieuw hoop ik een prachtzin te typen. Ik bedoel dan zowel taalkundig correct als van filosofische waarde.
Ik denk en wil tot denken aanzetten. Alleen wordt dat te vaak peinzen. De schrijver of schrijfster van het briefje ken ik niet. Toch oordeelde ik dat deze op zijn minst baat zou hebben gehad bij een betere leraar Nederlands. Een te snelle conclusie, want ik ken niet alle feiten.
Mijn omslag op Facebook had ik juist deze week aangepast. Ik kwam een prachtige tekst tegen. Ik heb eerder al uitgelegd dat ik deze nooit zomaar verder deel. Ondanks mijn vaak geheven vingertje wil ik mijn mening niet opdringen. Ik maakte daarom van de afbeelding mijn omslagfoto.
Leer de feiten voor je concludeert.
Snap de reden voordat je oordeelt.
Voel voordat je pijnigt.
En denk voordat je spreekt.
Vaak raak ik niet uitgedacht. Het is zelfs zo erg dat ik er (eigenlijk) pillen voor moet slikken, want die drukken mijn stemming. Helaas niet alleen ten goede. Ik ben vaak kwaad, maar kan daarnaast ook uitgesproken uitgelaten zijn. De pillen remmen dat. Net als dat ze mij beroven van mijn inzichten, inspiratie en ambitie.
Als ik oordeel word ik al snel veroordeeld. Op de een of andere manier reken jij mij het aan als ik iets vind. Mij verwijt jij dat ik te snelle conclusies trek. Ik zou mijn bril onvoldoende zuiveren en daarmee niet werken aan een vertrouwensband met jou. Toch vraag ik me af of jij wel zuiver naar mij kijkt.
Natuurlijk ben ik geweldig. Niemand is zoals ik ben en dat maakt mij uniek. Tegelijkertijd ben ik ook nietig, want er is verder ook niemand zoals jij bent. Er is maar één ik en er zijn voor mij verschillende jij’s.
Een van die jij’s heeft wellicht dyslexie. Ik heb deze niet willen beledigen en ik kan deze straks, als ik inderdaad leraar Nederlands ben, waarschijnlijk ook niet helpen. Dat is namelijk wat ik eigenlijk met jou had willen delen: Ik ga terug naar de schoolbankjes in de hoop een nieuwe carrière te starten.
Ik heb spijt van het delen van de foto. Ik wil jou geen pijn doen en ik wil geen fouten maken. Toch was het weer een voorbeeld van perfectie in imperfectie. En dat doet pijn.