Het einde van het jaar nadert. De reis ernaartoe voelt als een raceauto die met een enorme vaart op een ravijn afstevent. Het jaar stort erin, maar de auto rijdt door. De achteruitkijkspiegel toont successen en mislukkingen; niet alleen van het voorbije jaar.
Door de voorruit is een weidse vlakte te zien. Hierop is van alles mogelijk; al toont het niet precies wat. De reis schijnt belangrijker te zijn dan het doel; of eigenlijk: reizen is het doel. Reizen is zaaien zonder te weten wanneer je zult oogsten.
Al vier jaar reis ik zo door de tijd en tegen beter weten in blijf ik zoeken naar een eindbestemming. Het lukt me niet te genieten van de reis. Zaai ik wel voldoende of beperkt het zich tot wind?
De storm in mijn hoofd wil maar niet gaan liggen en hoelang kan ik mij nog vastklampen aan de reling van de boot in de veilige thuishaven? Hoe veilig is die thuishaven nog als ik het liggeld niet meer kan betalen? Sta ik zelf nog aan het roer, of trekt iemand anders aan de teugels?
Vastgeklampt aan een liedje reisde ik door 2014. Hoe graag had ik niet mijn droom willen leven? Nu hoor ik de zanger zingen: “jij kunt niet weten waar ik morgen ben, als ik niet weet waar ik heen wil”. Mijn bestemming is ook onbekend en ernaar zoeken vermoeid mij. Ik zou graag iemand treffen die mijn hand pakt en mij meevoert.
Misschien is geleefd worden wel de oplossing. Een richting kiezen is verwarrend, al was het maar vanwege de twijfel of je de juiste kant op gaat. Ik heb me ooit zekerder gevoeld en kon toen in tegenwind wel blijven staan; nu val ik om.
Er zijn zoveel dingen om niet te willen, maar dat wat ik wel wil, heb ik nog niet gevonden. Slechts één bestemming is definitief (al zijn er die zelfs daaraan twijfelen). Vaak zie ik alleen die uitweg, vooral bij gebrek aan reisdoel. Ik wil de houvast van het willen in plaats van de onzekerheid van het niet willen.
Ik heb mooie bestemmingen gezien, ook in 2014, maar van het reizen heb ik eigenlijk nooit genoten. Bij de gedachte mijn koffers te moeten pakken, word ik al moe. Toch heb ik deze al verschillende keren moeten pakken. Ik keer zelden op dezelfde plek terug en wanneer dat wel gebeurt, valt de volgende keer toch vaak tegen.
Het doel is onderweg te blijven. Bij elke nieuwe dag is er dan weer een stukje van dat doel bereikt. Elke dag is daarmee een nieuwe succeservaring, zelfs als het succes uitblijft. Natuurlijk eindigt 2014 in het ravijn, zoals elke dag, elk uur, iedere minuut en elke seconde vervliegt zonder terug te keren. Er is geen teletijdmachine, dus slechts de herinneringen blijven, al raken deze vertroebeld door de tijd.
De weg voert voort en ik loop nog even door. De doodlopende weg kan ik immers altijd nog in slaan; of zit ik toch al op dat spoor?
Aristotoles: In het leven zijn maar 3 dagen: en op 2 dagen kun je niets doen. Alleen vandaag kun je iets doen.
Aristoteles onderwijst “eudaemonisme”: het leven heeft tot doel de gelukzaligheid te vinden:
Aristotoles: “slechts de melangoliërs kennen het ware leven”
Het is bijna een gedicht. Erg mooi verwoord.