Woordspeling

Dat ik hyperbool is een understatement,
en het understatement is de hyperbool.
Chiasme zijn de vorige zinnen,
en een paradox bovendien.

Mijn cynisme ontkennen is een litotes,
en een inversie bovendien.

Ironie is daarmee een antithese,
en een eufemisme bovendien.

Dat ik hyperbool is een understatement,
en een repetitio bovendien.

Dit gaat naar een anticlimax.
En een parallellisme bovendien.

Prolepsis, mis ik dan nog,
net als woordspeling en enumeratie.
Tautologie is de opsomming,
het  pleonasme van deze beroerde slapheid.

Zacht uitgedrukt is het sarcastisch,
om een retorische vraag te stellen:
heeft u het een beetje begrepen?
Het zijn veel begrippen bovendien.