De nabestaanden van de 144 passagiers van het met opzet gecrashte GermanWingsvliegtuig zijn kwaad over een rouwadvertentie van de familie van de copiloot. De ouders en broer bedanken diegenen die, ondanks de verschrikkelijke daad, de familie tot steun zijn geweest. En dat schiet de nabestaanden van de slachtoffers in het verkeerde keelgat. Ik snap hun woede, maar ik heb tegelijkertijd begrip voor de nabestaanden van copiloot Andreas Lubitz.
De toen 27-jarige copiloot Andreas Lubitz joeg op 24 maart 2015 zijn vijf collega’s en 144 passagiers de dood in door in de Franse Alpen een vliegtuig tegen een bergwand te vliegen. Hij had zich opgesloten in de cockpit en de passagiers en bemanning moesten machteloos hun lot ondergaan. Dit besef is misselijkmakend, stemt je kwaad en de daad is ronduit misdadig.
Het waren echter niet de moeder, vader of broer van Andreas Lubitz die achter de stuurknuppel zaten. Sterker nog: gezien hun verdriet mag je aannemen dat zij deze daad van hun zoon of broer ook niet gewild hebben. Zij verloren immers eveneens een dierbare. Alleen lijkt het wel of de nabestaanden van Andreas Lubitz gestraft moeten worden, omdat de copiloot niet meer verantwoordelijk te houden is voor zijn daden.
De nabestaanden van de slachtoffers zijn gepikeerd dat in de rouwadvertentie over Andreas met geen woord wordt gerept over zijn kamikazeactie. Toch kan ik me niet voorstellen dat de moeder, vader en broer van Andreas het daar niet moeilijk mee hebben. Net zoals dat ik het me niet kan voorstellen dat de nabestaanden van de onschuldige doden zouden willen dat hun verdriet wordt samengetrokken met het verdriet van de familie van de kamikazecopiloot.
Ik wil niets afdoen aan het verdriet van de nabestaanden van de onschuldig omgekomen passagiers en bemanningsleden. Ik snap dat zij niet alleen een gemis, maar ook een onrechtvaardigheid voelen. Naast rouw zorgt dit voor woede en die moet je ergens kwijt. Tegelijkertijd ervaart de familie van Andreas Lubitz naast een gemis ook een gevoel van machteloosheid.
Andreas Lubitz was naast copiloot ook geestesziek. Het vraagt grondig onderzoek om te kunnen bepalen of daar iemand verantwoordelijk voor te houden is. En dan nog: waarom wordt de een onder dezelfde omstandigheden wel ziek en kan de ander prima omgaan met de uitdagingen die het leven aan je stelt. In zekere zin was Andreas Lubitz ook een slachtoffer, maar wel een met wie ook ik niet kan sympathiseren.
Types als Andreas Lubitz staan de acceptatie van mensen met geestelijke problemen ernstig in de weg. Dadelijk rest er voor geesteszieken alleen gevangenzetting in een kliniek of een preventieve liquidatie. Mij heeft deze GermanWingsvlieger in elk geval geen vleugels gegeven. Een zelfgekozen einde is dan toch echt makkelijker te aanvaarden; en het voorkomt dat een geesteszieke geestelijk gestoord wordt genoemd.
Ik leef mee met de ouders en broer van Andreas Lubitz. Ik vind het gedurfd dat ze hun dank uitspreken voor de ontvangen steun. En ik waardeer ook die steunbetuigers, want zij hebben hun nek uitgestoken. Het ene verdriet is niet groter dan het andere; het is vaak alleen wat makkelijker invoelbaar.