Genderneutraal taal

Elk mens is uniek; althans met die boodschap ben ik opgevoed. Toch lijkt het er tegenwoordig vooral op dat iedereen gelijk moet zijn en zich gelijk moet gedragen. Er wordt van alles aangedaan om van iedereen een eenheidsworst te maken. En zeg je worst dan zeg je HEMA. In de strijd om genderneutraliteit heeft deze typische Hollandse winkelketen een nieuw hoofdstuk toegevoegd: de kids-afdeling, die de aparte afdelingen voor jongens en meisjes samenvoegt.

En met hoofdstukken en samenvoegen ben je aangekomen bij de paragraaf taal; alhoewel ik er in plaats van een blog/column wel een heel boek over zou kunnen schrijven. De Nederlandse samenleving gebruikt taal namelijk om problemen mee weg te moffelen. Vroeger sprak men over het onder een tapijt vegen van problemen. Tegenwoordig dekken wij de uitzonderingen in onze maatschappij toe met woorden; op die manier hoeven we de moeilijke waarheid niet te zien.

Mongolen heten tegenwoordig mensen met het syndroom van down en asielzoekers worden mensen met een migratieachtergrond genoemd. Nog even en ouderen moeten we mensen met een ruime levenservaring noemen en de genderneutraliteitsdiscussie zou wel eens uitkunnen monden in het niet meer mogen benoemen van ‘mannen’ en ‘vrouwen’.

We zijn volkomen aan het doorslaan in onze strijd om verschillen weg te nemen. We vergeten waar het werkelijk nog over gaat: gelijkwaardigheid. Ik ben geen Epke Zonderland, Armin van Buuren, Edith Schippers, Robert Dijkgraaf of Tom Dumoulin. En als ik kijk binnen mijn interesses en vakgebied dan schop ik het niet tot minister-president of talkshowhost. Mensen zijn niet gelijk, maar toch ben ik niet minderwaardig aan een Mark Rutte, Jeroen Pauw of Mathijs van Nieuwkerk.

Hoewel de meesten streven naar een steeds hoger salaris, een mooiere auto en een groter huis is het binnen onze samenleving wel geoorloofd om op taalniveau te nivelleren. Met woorden wordt een gelijkheid gecreëerd, die feitelijk helemaal niet bestaat.

Bedrijven zoeken geen directrices, maar directeuren en dit kan dan zowel een man als een vrouw zijn. Een redactrice heet tegenwoordig ook een redacteur en dat terwijl redacteur toch echt een mannelijk woord is. Trouwens taal is sowieso niet genderneutraal, want noem mij maar eens het mannelijke woord voor een secretaresse; een secretaris is toch echt heel iets anders.

Overigens ken ik geen mannelijke secretaresse. Evenals dat ik het overbodig vind dat er woorden als receptionist en telefonist bestaan. Ik ben in mijn leven alleen receptionistes en telefonistes tegengekomen. Ja, en baliemedewerkers en dat waren dan – bij hoge uitzondering – wel eens mannen.

In onze grote schoonmaak om verschil in capaciteiten, cultuur, levensbeschouwing, uiterlijk en sekse niet meer te hoeven zien en benoemen slaan we ernstig door. Met deze verhandeling doe ik absoluut geen oproep om ook onze taal te vereenvoudigen naar genderneutraliteit, al zou het Nederlands daar wellicht wel wat simpeler van worden en dat gun ik al die nieuwe medelanders met een migratieachtergrond van harte.

Nee, ik zou vooral de verschillen willen omarmen, want anders verdwijnen straks de roze en blauwe kleertjes van de kids-afdeling in de HEMA en niet om plaats te maken voor geel en groen, maar voor paars, want dat is toch de kleur die krijgt als je rood en blauw mengt.

Ik vind het – in lijn met mijn opvoeding – noodzakelijk om verschillen te benadrukken vanuit het besef dat ieder mens uniek is. Kunnen we dus alsjeblieft ophouden met dat gezeik over genderneutraliteit.

En vrouwen, waardeer het alsjeblieft dat jullie zoveel netter zijn dan die gozers die maar overal in het rond pissen. Waarom zou jij je als dame gelijk willen stellen aan zulke gasten? Of je moet willen dat er in Amsterdam – in navolging van Brussel – een vrouwke pis komt te staan op het Leidseplein.