Woordenbrij

Mijn hoofd zit vol. Er is geen plek voor nieuwe inzichten of plannen. Ook niet van anderen trouwens. Mijn echtgenote, die vertelt dat we voor de zomervakantie nog een camping voor onderweg moeten boeken overstelpt me al met teveel informatie.

Ik heb mijn hoofd zelf vol gepropt. In de zoektocht naar een nieuw doel in mijn leven ben ik De Popjournalist begonnen. Ik wil de interviews, die ik sinds 1995 heb opgenomen en bewaard gaan digitaliseren en de leukste of nog altijd relevante gesprekken online zetten. Dit blijkt een monsterklus.

Ik ben nooit iemand geweest van de grote projecten. Ik vind het ontzettend moeilijk om vooruit te plannen. Mede door deze handicap heb ik mijn lerarenopleiding aan de HAN in Nijmegen niet volbracht. Als leraar ben je namelijk alleen maar bezig met plannen. En ik lijd ontzettend aan, wat cabaretier Paul Haenen volgens mij ooit informatiestress heeft genoemd.

Als journalist had ik altijd al het idee van alles op de hoogte te moeten zijn. Ik was dan ook in paniek als ik van vakantie terug kwam. Ik had immers drie weken het nieuws niet gevolgd en was al bang niet meer mee te kunnen in de nieuwstrein.

Het probleem is wel dat als mijn hoofd vol zit, lezen mij heel slecht afgaat. Als ik al iets lees dan blijft niet hangen wat ik gelezen heb. Kijkend naar een krant, boek of tijdschrift zie ik alleen maar een woordenbrij. De letters duizelen mij en vormen een niet te bedwingen berg.

Ik vind het ergens ook moeilijk om mijn gedachten uit te werken, want ik creëer daarmee ook een woordenbrij, waarvan ik ook nog hoop dat iemand deze tot zich neemt. Ik wil namelijk ontzettend graag begrepen worden, al begrijp ik zelf soms niet dat al mijn leuke ideeën of opmerkelijke inzichten mij tegelijkertijd ontzettend in de weg zitten.

De enige verklaring die ik heb voor mijn overlopende hoofd is dat ik onvoldoende in staat ben te temporiseren. Als ik een plan heb dan moet het ook meteen af zijn. Dit maakt dus dat ik heel slecht projectmatig kan werken. Ik ben meer met het doel bezig dan met de weg.

Ik heb ontzettend het gevoel nodig dat ik klaar ben, zoals dadelijk als ik deze bladzijde beschreven heb. Deze activiteit is in zekere zin heel overzichtelijk. Ik weet ongeveer hoe lang ik er over doe en het resultaat is vrij snel beluisterbaar.

Tegelijkertijd is het vullen van het dagboek ook een belasting. Het is een van de dingen die ik van mezelf moet. Ik snap soms niet, waarom al mijn gedachtes niet genoeg zijn voor mezelf; dat ik ze ook nog wil delen met jou? Ik lijk wel een mentale exhibitionist. Het lijkt wel of ik jou wil overtuigen van mijn ziek zijn.

Of ben ik het zelf, die steeds opnieuw tegen zichzelf moet zeggen: Jolwin je bent niet gezond. Jouw overvolle hoofd is juist een van de belangrijkste kenmerken van je depressie.

Het verplicht mij te accepteren dat ik chronisch ziek ben. Met mensen die zeggen dat ik er zo sterk uit zie, of erger nog: dat ik me niet moet aanstellen is er voor mij dus slechts een oplossing: (laat ze maar praten).

De dijk – ik krijg je maar niet uit mijn kop