Flexwerk moet keuze zijn

Flexwerk en het zelfstandig ondernemerschap zonder personeel (ZZP) moet een vrije keuze zijn. En dat kan alleen als de flexibele kracht of zelfstandige een dienst of product biedt, die een werknemer niet kan bieden. Een Unique Selling Point, dus. En daar gaat het fout!

Veel bedrijven hebben in het verleden personeel ontslagen of geen nieuwe werknemers meer aangenomen om het werk door flexkrachten en ZZP’ers te laten doen. Bij gebrek aan vacatures zijn die er in overvloed. Dat is geen vrije keuze, maar bittere noodzaak om in het vakgebied te kunnen werken waarvoor men is opgeleid of waarin men werkervaring heeft.

Alleen echte uitblinkers kunnen flexibel aan de slag. Zij hebben expertise te bieden, die elders niet beschikbaar is en kunnen dus onderhandelen over de (uur)prijs. Dat is eerlijk. De gedwongen flexwerkers en ZZP’ers kunnen hun eigen prijs niet bepalen. Zij krijgen te horen ‘take it, or leave it’ en zijn dus eigenlijk verkapte werknemers, alleen doorgaans slechter betaald. Bijna de helft van de flexwerkers verdient minder dan tweederde van een modaal salaris, blijkt uit cijfers van het CBS.

Flexibilisering ziet men vooral in de agrarische sector, de bouw, in de transport, de logistiek, de zorg en, zoals ik zelf aan den lijve ondervindt; de journalistiek. Zelfs de oprichter van het eerste uitzendbureau in Nederland (in 1960) ziet dat daar iets aan moet veranderen, omdat te veel mensen in flexwerk blijven hangen.

Op zich is flexwerk in de agrarische sector logisch, het gaat immers doorgaans om seizoensgebonden werkgelegenheid. Toch laat vooral deze sector zien dat het steeds goedkoper moet, wat zorgt voor gelukszoekers uit het oosten. Hetzelfde zie je in de bouw. Voor de meest voorkomende werkzaamheden als metselen, schilderen, stucen, timmeren of het aanleggen van leidingen loont flexwerk helemaal niet. Wie kent ze niet de zelfstandigen zonder personeel, die voor €18,- per uur de klus klaren. Daarvoor is echt geen arbeidsrisico verzekering af te sluiten, laat staan dat er pensioen kan worden opgebouwd of een reserve aangelegd voor mindere tijden.

Zelf werk ik in de journalistiek. Ik kreeg onlangs de aanbieding om voor een huis-aan-huisblad te gaan schrijven voor €50,- per artikel. Doorgaans zit daar zo’n drie à vier uur werk in. Ik weet wat ik kan en neem mezelf serieus. Ik heb dit aanbod dus afgewezen, ondanks dat ik graag over de (gemeente)politiek bericht. Toch komt deze krant aan haar journalisten; al is dat dan een gepensioneerde of een goed bedoelende huisvrouw.

Mijn kapster zei afgelopen week: ‘ik heb wel bewust voor het zelfstandig ondernemerschap gekozen’. Zij is thuiskapper en heeft natuurlijk gelijk. Zij kan haar eigen prijs bepalen en heeft haar eigen klanten. Het zou anders zijn als zij als ZZP’er in een kapsalon zou staan. En zo moet het ZZP’ën en flexwerken dus bekeken worden.

Alleen specialisten kunnen als flexwerker of ZZP’er zich staande houden. Denk in de bouw aan elektriciens die ingewikkelde schakelkasten bouwen en in de journalistiek aan oorlogsverslaggevers. Alleen lopen deze letterlijk de kans het niet te overleven. En daarom ben ik daar dus niet geknipt voor.