De overkoepelende belangenorganisatie van de Nederlandse lokale omroepen, de OLON is veel te voortvarend bezig. De OLON wil dat er lokale omroepen worden gevormd die minstens 100.000 inwoners bedienen. De organisatie wijst hierbij ook op de plannen om gemeentes van minimaal dat aantal te vormen. Alleen de OLON wil dat er in januari 2015 nog maximaal 80 omroepen over zijn. De gemeentes van 100.000 inwoners zijn dan nog geen feit. Dat proces neemt veel langer in beslag.
De voortvarendheid van de OLON is ingegeven door het veranderende medialandschap. Daarbij is het de organisatie ook een doorn in het oog dat de kwaliteit van de omroepen onderling heel verschillend is. Sommige omroepen zijn dan ook sec vrijwilligersorganisaties. Niet echt een basis voor een dagelijkse nieuwsvoorziening. Opschaling moet de slagkracht van de lokale omroepen verbeteren.
De OLON wil in het gat springen dat regionale omroepen hebben achtergelaten. Aanvankelijk hadden deze allemaal regioredacties en ook regionale zenders. Nu werken ze per provincie. Uitzondering is Zuid-Holland. Daar heeft de hofstadregio RTV West en de havenregio RTV Rijnmond. Als we kijken naar het aantal inwoners in die provincie dan staan deze omroepen ook niet echt dicht bij de inwoner.
De OLON moet waken dat ze dus niet in dezelfde valkuil treden als de regionale omroepen. Door hun opschaling zijn de provinciale omroepen veel minder geworteld in de regio dan ze hun publiek, de politiek en de landelijke collega’s willen doen laten geloven (4e alinea). Naarmate de provincie groter is, is ook de afstand tot de lezer, kijker en luisteraar groter.
Het streven naar slechts vijftig lokale omroepen (zie januari 2015) is mijns inziens een slechte uitgangspositie. Dat zou namelijk neer komen op ongeveer 4 lokale omroepen per provincie. Dat is echt te weinig: alleen in Brabant al kom ik tot minstens 12 omroepen; uitgaande van: Asten-Deurne-Someren (Peel), Bergen op Zoom, Bergeijk-Bladel-Eersel (de Kempen), Breda, Boxmeer-Cuijk (Land van Cuijk), Den Bosch, Eindhoven, Helmond, Oss, Roosendaal, Tilburg, Uden-Veghel en Waalwijk (rivierengebied). Ga je voor grotere omroepen dan vergroot je de afstand tot je publiek dusdanig dat de lokale nieuwsgaring in het geding is.
Ook moeten de lokale omroepen niet de concurrentie aangaan met de regionale omroep, want ondanks dat daar ook veranderingen op til zijn is het een illusie te geloven dat deze uit de regio verdwijnen. Misschien zullen ze op termijn hun televisietaken landelijk onder moeten brengen (ik moet het eerst nog eens zien), hun berichtgeving via radio en internet zal onherroepelijk blijven. Het is ook ondenkbaar dat ze hun studio’s in de provincies helemaal opgeven. Daarvoor ligt Hilversum voor de meeste regionale zenders toch echt te ver weg. (Verhuist de regionale omroep wel naar deze mediastad dan is dat het begin van het einde, maar goed ik had het over de lokale omroepen.)
Heel ambitieus wil de OLON dat alle lokale omroepen een belangrijkere en betrouwbaardere bron gaan vormen voor het nieuws uit de eigen plaats en omliggende gemeenten. Een Mediahub wordt ontwikkeld voor de uitwisseling van nieuws, items en programma’s. Verder is het de bedoeling dat de omroepen allemaal een uniforme website krijgen.
Uniformiteit naar buiten kan alleen door een eenduidige input. Zo lang de kwaliteit van omroepmedewerkers te veel uiteenloopt is deze uniformiteit een utopie. Eenzelfde opleiding van omroepmedewerkers is nodig. Daarbij moet ook elke omroep vergelijkbare financiële middelen hebben om voldoende gekwalificeerde krachten aan te nemen.
De financiering van de landelijke en regionale publieke omroep is wettelijk geregeld. Bij de lokale omroepen is te veel sprake van willekeur. De gemeenten hebben een te grote eigen rol in de subsidiëring van de lokale omroepen. Hierdoor kan de ene omroep meer doen dan de andere. Zolang die ongelijkheid niet wordt aangepakt is uniformiteit onmogelijk.
De OLON moet dus eerst zorgen voor een deugdelijke en uniforme financiering van de lokale omroepen voordat ze de 283 omroepen tot fusie dwingen. Verder vind ik het onverantwoord om nu al omroepen tot fusie te dwingen terwijl nog onduidelijk is welke gemeenten samen worden gevoegd. Hierdoor is het mogelijk dat er omroepen in plaatsen samengaan terwijl hun gemeente later voor een andere partner kiest. In de Meierij zie je dit risico nu al ontstaan. Sint Oedenrode en Schijndel zoeken een fusiepartner. Ze kijken zowel naar Boxtel als naar Veghel.
Door als OLON voor de (trage) gemeenten uit te lopen bestaat het risico dat op termijn er gedrochten van omroepen ontstaan, die mensen moeten verbinden die zich niet met elkaar verwant voelen. Ook ontstaat het eerder genoemde risico van te grote omroepen met een te lange afstand tot de inwoners.
Het is wellicht heel flauw om te stellen dat eerst het geld geregeld moet zijn, maar het is wel de basis voor continuïteit. Alleen reclamegelden als basis is te riskant, dat bewijst deze periode van economische tegenslag (zoals ik aan den lijve mocht ervaren). Daarbij verdienen ook de medewerkers van de verschillende lokale omroepen een gelijke (uniforme) behandeling. Voor landelijke en regionale journalisten gelden CAO’s, ook voor de lokale bladen zijn er gezamenlijke arbeidsovereenkomsten, maar voor de medewerkers van een lokale omroep is niets geregeld.
Als de OLON wil dat lokale omroepen serieus genomen worden moet deze organisatie eerst eens beginnen met de eigen sector serieus te nemen en de doen waarvoor het orgaan ooit is opgericht: belangenbehartiging van de lokale omroepen en haar medewerkers.