Mijn Zeeland is een ‘kliekje’, dat las ik woensdag in 13 november in het Brabants Dagblad. Immers volgens de krant blijven voor Uden slechts de kliekjes over nu Veghel met Sint Oedenrode en Schijndel een Meierij-gemeente gaat vormen.
Ik vind dat de krant mijn dorp hiermee te kort doet. Oké politiek is het een ‘bende’ in mijn dorp met de aversie tegen het kindcentrum, dat wordt gebouwd. Tegelijkertijd smijt het ‘gespuis’ in Uden ook het gemeenschapsgeld met bakken over de balk, denk aan Markant, de Rooie School en de citymarketing “hier hoUDEN we van”. En juist omdat verschillende inwoners van mijn gemeente niet een ‘overblijfsel’ willen zijn, zijn ze een ‘partij’ begonnen.
Bende, gespuis, overblijfsel en partij (in ongunstige zin) zijn synoniemen voor kliek. Landerd barst ook van de grootheidswaanzin door het bouwen van een te duur kindcentrum, nadat een discotheek voor veel te veel geld is weggekocht. Mijn dorp zou dan ook prima bij Uden passen. In Uden is er onder de politici namelijk ook niet veel animo voor een herindeling. En dat geldt trouwens ook voor Bernheze en Boekel. Allen willen zelfstandig blijven en dat schept tegelijkertijd een band.
Laten we dus ‘samenspannen’ tot een hechte ‘broederschap’. ‘Collectief’ voor elkaar kiezen. Volgens het Brabants Dagbald is het voor Uden nu Boxing Day en ik weet zeker we slaan ons er doorheen. Deze ‘horde’ wordt genomen. We ‘verzamelen’ ons tot een ‘gemeenschap’ en vormen een ‘gezellige club’. Maar we laten ons niet beschimpen. Ik ‘ spuug’ dan ook op de term: ‘kliek’.