Het is net één uur geweest. Zuid-Korea heeft nog niet gescoord, Rusland trouwens ook niet. Ik zou moeten slapen of huilen, maar ik zit achter mijn laptop een stukje te tikken.
De bal wordt rondgetikt op het veld. Voetballers zie ik dit WK de meest grove overtredingen maken. Niet altijd, of eigenlijk meestal niet, bestraft met een rode kaart. Ik heb het gevoel al jaren weggezet te zijn in de kleedkamer. Oorzaak: Een ‘Schwalbe’ uit november 2010. Sindsdien hoop ik opnieuw op een basisplaats. En niet opnieuw in de eerste klasse, maar in de eredivisie.
Een assistent-coach stelde trouwens ooit dat ik hard werkte en alle tips en trucs prima toepaste. In het begin dacht ze nog dat ik een aansteller was: Onterecht verongelijkt over het lot dat mij treft. Nadat we elkaar enkele jaren kende ontdekte ze dat het geluk dat sommige in overvloed lijken te hebben telkens aan mij voorbij gaat.
Het waren nu haar woorden, niet de mijne. Ik had me erbij neergelegd dat een basisplaats in de eredivisie voor mij niet is weggelegd; Al vind ik dat ik meer dan gemiddeld een bal hoog weet te houden. Goed, ik ben meer een scorende middenvelder dan een spits. Wel scoor ik op de momenten dat het echt nodig is. Waarschijnlijk de reden dat ik met invalbeurten in de eerste klasse genoegen moest nemen.
Altijd maar weer vechten voor een speelmoment. Dat was wat mij had gefrustreerd en vermoeid. Het was de aanzet tot mijn onbezonnen Schwalbe, die me met rood van het veld deed verdwijnen. Een kleur die me in politiek opzicht trouwens minder tegenstaat; Al wordt van de aanhangers doorgaans hun techniek, tactiek en talent ook niet erkend.
Terwijl ik uitkwam in de eerste klasse knapte er dus iets. Na een korte periode van bezinning kon ik in de Hoofdklasse terecht. Alleen was ik nu naast middenvelder ook aanvaller en verdediger, maar vooral keeper. Het leidde er uiteindelijk toe dat de assistent-coach die me begeleidde me een intensief trainingskamp adviseerde.
Drie maanden intern en ik voelde me als herboren. Klaar om de bal op een gecontroleerde wijze hoog te houden (op alle posities). Ik keerde terug in de Hoofdklasse en had er vrede mee, maar toen bleek het geld op. Van mij zou je een basisplaats krijgen, zo troostte de assistent-coach mij (zij maakte de opstellingen niet). Ik heb daarna nog enkele maanden in de Topklasse gespeeld, maar de vergoeding mocht absoluut geen salaris genoemd worden.
Deze periode was opnieuw slopend. Met de coach kon ik maandenlang geen contact krijgen en toen er wel ontmoeting was, stuurde hij me van het veld. Ik zou een overtreding hebben begaan. Deze was door de scheids niet eens met een kaart bestraft. In dit geval moest de registratie uitkomst bieden. Op het WK zie ik grove overtredingen, ook bij teams die later met tranen in hun ogen de winst vieren.
Ik ga er soms met gestrekt been in, al speel ik de bal. Toch voor mij geen ‘brilstand’ zoals bij Brazilië tegen Mexico, zelfs geen 1 – 1, waarin Rusland tegen Zuid-Korea zojuist, volgens de NOS teleurstellend, is geëindigd. Nee, ik verlies telkens opnieuw en dan is het heel zwaar om niet ongecontroleerd om je heen te gaan trappen (vraag maar aan de Portugezen)!
Nu zul je als lezer mogelijk denken: “Maar Jolwin jij kunt toch helemaal niet voetballen?” Dit stukje ging dan ook niet over voetbal, maar mijn radiocarrière. En dan zijn ze daar dan toch mijn tranen, en niet van euforie, helaas.