Beste buren, komende zaterdag vieren wij een tuinfeestje. Mogelijk ervaren jullie overlast. Alvast excuses. Met vriendelijke groet, de achterburen van nummer 7.
Niet gek lang geleden vond ik een briefje met soortgelijke tekst in mijn brievenbus. Dat lijkt een attente waarschuwing, maar is het allerminst. Ik had die partytent in de achtertuin toch al lang gezien. Alleen weet ik nu ook nog exact wanneer ik geen oog dicht ga doen.
Het briefje is dus niet om aardig te doen en ook zeker niet om excuses te maken. Ik bedoel: Hoe kun je nu op voorhand ‘sorry’ zeggen. Ik zie het al gebeuren: ‘Sorry, ik ga je nu een rotschop geven’. Zo’n notitie is een vrijbriefje; Een excuus om eens lekker ongegeneerd herrie te schoppen, want “je was toch gewaarschuwd!”
En zo trilt op de bewuste zaterdagavond mijn bed. Om half één denk ik nog: “Ach ze houden niet elke week een feestje”. Toch vrees ik dan al het moment dat het één uur zal worden. Ik ken namelijk dat soort tuinfeestjes. In plaats van dat de muziek een kwart zachter gaat, krijgt de volumeknop een hengst. De muziek klinkt ineens dubbel zo hard.
Nog geen kwartier later wordt de ‘top 100’-muziek, die de hele avond al te horen was, afgebroken om vervolgens een Nederlandstalige meezingers aan (en in) te zetten. Je raadt het al het gaat dan niet om Frank Boeijen, De Dijk of Marco Borsato. “Jij bent de zon”, nou een paar uur geleden misschien, maar niet om kwart over één ’s nachts, dan is mijn compassie ver te zoeken.
Half twee zijn de gasten zo’n beetje uitgeblèrd op René Schuurmans, Frans Bauer, Frans Duijts en René Froger. Ja, “alles kan een mens gelukkig maken”, maar niet het gebral van dronken feestgangers en al helemaal niet het gebonk van de hardstyle, die nu aan de beurt is. Natuurlijk moet hiervoor de volumeknop opnieuw omhoog.
Wat trouwens ook hinderlijk is, is dat de liedjes halverwege worden afgebroken om het volgende gedrocht op te zetten. Al moet ik zeggen dat, dat in het geval van het hardstyle-nummertje een iets minder grote irritatiebron was.
Ik ben wakker en denk enerzijds: “Je moet een ander ook wat gunnen” en anderzijds: “Waarom gunt die ander mij dan niets”. Of niets, in elk geval niet mijn nachtrust en ook niet een biertje. Als je dan je vrijbriefje schrijft nodig dan in elk geval je buren uit, op zijn minst voor het moment dat ze overlast ervaren.
Het voorkomt in elk geval ergernis als je buren wakker liggen en klachten (al dan niet in columnvorm achteraf). Even heb ik nog overwogen om mezelf diezelfde avond nog te melden, maar ik weet zo langzamerhand hoe dronkenlappen reageren op een niet feestvierder (die wil slapen). En ik weet niet of die situatie nu wezenlijk anders wordt als je vriendelijk ‘André Hazes’ gaat aanvragen (met ‘De laatste ronde’).
Als ik nog ooit zo’n vrijbriefje krijg dan krijgt de verzender deze column geprint terug. #fijnfisjenie