“Hij zegt tenminste waar het op staat” of “Hij durft het wel te zeggen”, met zulke woorden verdedigt de ‘gewone’ man zijn afkeer van al het vreemde. De meesten durven het namelijk zelf ook niet hardop te zeggen. Wat mij verbaast is dat de stap naar geweld sneller is gezet dan dat het woord wordt gesproken.
Ik heb me geërgerd aan de rellen bij het gemeentehuis van Geldermalsen. Een toeloop, die even zo groot was als het aantal asielzoekers dat opgevangen moet worden, heeft een democratisch debat onmogelijk gemaakt. De dreigende situatie legde de raadsleden het zwijgen op. En dat terwijl zij waarschijnlijk wat anders zouden verkondigen dan de 20% gefrustreerden die hem aanhangen.
Ik typ mijn woede nu ook met enige voorzichtigheid, want eerlijk is eerlijk: “Ik durf mijn waarheid niet meer te zeggen.” Ik ben het vaak hartgrondig met hem oneens. Maandag is hij – voor de derdemaal – uitgeroepen tot politicus van het jaar. Volgens mij is dit vooral een teken van de onvrede die er is en die zich op woensdagavond liet registreren door de camera’s van Omroep Gelderland, RTL & NOS. En natuurlijk had hun aanwezigheid mogelijk een aanzuigende werking. Al las ik in De Volkskrant dat er vooral inwoners van Geldermalsen protesteerden.
Politie, overheid, onderwijs en publieke dienstverlening, allemaal hebben ze het over een burger die mondiger is. Ik denk dat de samenleving nu eindelijk eens de waarheid onder ogen moet zien. Hij is niet mondiger, sterker nog het ontbreekt hem juist aan de woordenschat om gevoelens en gedachten te uiten. De burger is wel brutaler. Voordringen bij de bakker, altijd blijven zitten in het openbaar vervoer en meteen gaan schelden als hij zijn zin niet krijgt; dit zijn geen tekenen van mondigheid, maar van brutaliteit.
De burger valt het niet altijd te verwijten dat hij zijn plek verovert, want het individualisme viert hoogtij. Zelfredzaamheid heeft naastenliefde verdrongen. Het is de angst ruimte, veiligheid en financiële zekerheid te verliezen, die het slechtste in mensen naar boven brengt. Alsof een asielzoeker zijn intrek neemt in jouw woning, een machete bij zich draagt en door jou onderhouden moet worden. Sommige dingen hoeven we niet zelf te regelen, daar hebben we een overheid voor; die zoekt een ruimte, regelt bewaking en daarvoor wordt belasting betaald.
Doordat de burger het gevoel heeft dat hij altijd gehoord wordt, meent deze ook directe invloed te hebben en als dat niet zo is wordt hij asociaal. De burger is een verwent kind dat om zich heen trapt om zijn zin te krijgen. Het is de politiek die dit kind heeft verwekt met snelle besluiten op basis van dagkoersen. Dat heeft niet alleen geleid tot die zogenaamd mondige burger, maar ook gezorgd voor de onvrede die juist hem groot maakt.
Het is tijd voor autoriteit; politici die zeggen: “Wij zijn de baas, tenminste voor vier jaar, en zo gaan we het doen.” En dus niet de oren laten hangen naar de hardste schreeuwers, want die vormen zelden een meerderheid.