Ik zou graag willen huilen, gewoon om mijn verdriet en angst een plek te geven. Ik vind dat ik iets moet vinden, maar weet niet meer wat ervan te vinden. De meningen vliegen de laatste dagen rond mijn oren, zoals dinsdag de granaatscherven – in die paar minuten – in het rond vlogen. Voor sommigen is het zonneklaar, of roepen zij ook alleen maar om de pijn niet te hoeven voelen en om hun angst te overschreeuwen. Ik reageer in tegenovergestelde richting: ik val stil.
Ik zat dinsdagmorgen bij mijn ouders de krant te lezen toen ik op het nieuws hoorde van een aanslag op vliegveld Zaventem. Het was het NOS Journaal van negen uur. Mijn vader vroeg nog: “Waar is er een aanslag gepleegd?” “Oh, op vliegveld Zaventem”, reageerde ik. Een aanslag dringt niet eens meer tot mij door. Terrorisme begint vanzelfsprekend te worden, niet dat je het wilt, maar het hoort erbij.
Ergens ben ik nog steeds naïef, want ik denk dat het mij niet raakt. Ik leef een teruggetrokken bestaan in een plattelandsdorp in Brabant en vertoef nauwelijks op plekken die behoren tot de hotspots voor angstzaaiers. Het is voor mij dus wellicht wat makkelijker om niet bang te zijn voor aanslagen, maar alleen voor de reacties op terreur.
Vergelding en vergrendeling zijn de meest voor de hand liggende schijnoplossingen, die onmiddellijk de toon zetten. Alleen door vergelding in de vorm van oorlogvoeren in Afghanistan, Syrië of weet ik waar, slaan er meer mensen op de vlucht, die vervolgens stuitten op een vergrendelde grens. Met onze bommen en kogels raken we ook veel onschuldige mensen en als zij daardoor al niet ontsteken in woede tegen het ‘westen’ dan is er nog het risico van de frustratie over ons asielbeleid.
Agressie is doorgaans geen uitnodiging voor liefde. De uitdrukking luidt dan ook: “Die wind zaait, zal storm oogsten.” Het liefste zou ik hier onze samenleving als een mooi plantje laten ‘kiemen’ om alle haat in de kiem te smoren, maar ik ben een waardeloze tuinman. Ik ben gevuld met angst voor mijn toekomst en die van mijn vrouw en zoontje, maar voel me leeg als het gaat om de inspiratie er iets van te maken.
Kruistochten, oorlogen en verketteringen zijn van alle tijd en komen voor op alle niveaus. Het lukt ons vaak maar moeizaam om in onze eigen leefomgeving de vrede te bewaren. Gevoelsmatig lijkt het mij dat de extremen vaker voorkomen, maar ik denk dat we ook steeds radicaler zijn gaan reageren. Ons land is ontzuild en tegelijkertijd plaatsen wij de ander steeds meer in een hokje.
Zullen we proberen elkaar weer als mens te zien: een levend wezen dat je lief kan hebben! Of is dat niet het antwoord op ellende? Ik ben machteloos en doe er daarom het liefste het zwijgen toe. Ik probeer te huilen, zal daarna mijn tranen drogen en proberen door te gaan voor iedereen tegen wie ik zou willen roepen: “Jij bent de bom”, en van wie ik niet wil dat ze eindigen door een bom.