Ineens vallen de bomen aan weerszijden van de Brand in Zeeland me op. Ze maken van deze toegangsweg tot het dorp een laan. Het was me niet eerder opgevallen en dat terwijl ik al praktisch mijn hele leven in Zeeland woon. Het is alsof je de schoonheid pas gaat waarderen als je er afscheid van neemt.
De zon valt in stroken van verschillende tinten wit tussen de bomen van de Korte Dijk door. Ik draai deze straat in op weg naar mijn huis. Ik heb mijn zoontje net voor de eerste keer naar zijn nieuwe school gebracht. Het is een beetje heiig en dat heeft een sprookjesachtige uitwerking op dit stukje van de Korte Dijk. Het sprookje in Zeeland is uit, want het is tijd voor een nieuw avontuur.
Ons eerste eigen huis staat aan de rand van een park en is voorzien van een trapveldje en een speeltuintje. De nieuwe school van mijn zoontje zit aan de rand van het park en grenst aan het trapveldje en de supermarkt zit aan de andere kant van hetzelfde park. Een leven op een postzegel van groen. Ik snap precies waarvoor wij gevallen zijn. Toch voelt het nog vreemd om door Uden te rijden en te bedenken: ‘Dit is straks mijn woonplaats.’
Ik kon altijd al genieten van de vijvers op het Melkpad, met als absoluut favoriete plekje de houtenbrug aan de rand met de Kleine Graspeel. Topwerk van een landschapsarchitect, want het plaatje moet wel door iemand bedacht zijn. Het bruggetje heeft namelijk geen functie, anders dan een esthetische; er loopt immers een handig geasfalteerd pad langs de vijver en om van het gecreëerde uitzicht te genieten staat er een er een bankje recht tegenover het bruggetje. En nu ik weet dat ik er straks niet meer zo makkelijk naar toe ga neem ik er nog veel liever op plaats.
Niet alleen de omgeving kleurt ineens veel warmer, ook de mensen. Het is alsof ik nu meer aanspraak heb. Ik merk dat ik erbij hoor in de Zeelandse gemeenschap in het algemeen en in mijn buurt in het bijzonder. Ik krijg fijne felicitaties, maar hoor ook dat mensen het jammer vinden dat we gaan. Het zal aan mij liggen, maar ik was me er niet zo van bewust dat ik word gewaardeerd. Dit kan natuurlijk ook komen door de vanzelfsprekendheid van mijn aanwezigheid, waar nu een einde aan komt.
Buiten het feit dat we in een huis woonden met elk jaar een hogere huur en de enorm lage rente op ons opgebouwde vermogen is het de wens een nieuwe start te maken, die ons naar Uden hebben getrokken. Dan zijn er nog allerlei argumenten waarom we niet nog langer met kopen wilden wachten (daar kom ik vast nog wel eens op terug). Nu overheerst het rare gevoel dat ik een toerist lijk in mijn eigen dorp. Het is vergelijkbaar met de beleving als je terugkeert van vakantie, alleen gaat het bij mij nu vooraf aan een definitief vertrek.