Na waardering nu erkenning a.u.b.

Als vrijwilliger kun je overal terecht. Sommigen, laat ik ze naïevelingen noemen, denken dat zulk werk tot een echte betrekking leidt. Ik vind mezelf allerminst cynisch en eerder realistisch als ik concludeer: “Wederkerigheid ontmoet je alleen als de ander iets van je wil, maar is dat dan nog wederkerigheid?” Toegegeven met zo’n vraagteken is het niet een keiharde conclusie, maar wel iets om volgens mij over na te denken.

Laat ik het maar ronduit eerlijk zeggen: “Ik heb een rotweek gehad!” Voordeel de kans is groot dat komende week leuker wordt.

Toch eerst even de week afsluiten:
– Een vage bekende, met voor mij zeer bekende klachten, heeft een overdosis pillen genomen. Tsja, dat raakt mij ook. Ow, wacht effe dat heeft dankzij René Diekstra een hashtag: #hetraaktmijook.
– Een goede bekende, tenminste dat dacht ik, heeft mij een standaardafwijzing op een sollicitatie gestuurd en snapt niet dat ik dat een laffe actie vind, die ik haar persoonlijk aanreken. Afgezien van het feit dat ik het echt een leuke functie vond, maar goed daar hoef ik na deze week in elk geval nooit meer op te solliciteren, zolang zij directeur is bij die club.
–   En dan was er nog een maatschappelijke instelling die me graag wilde als vrijwilliger, maar als het op een baan aankomt toch liever een andere keuze maakt.

Ik beschouw het als de ‘story of my life.’ Een gratis persbericht of nieuwsbrief wil iedereen wel. Evenals een onbezoldigde presentator of interviewer. En ik snap het wel, want als ik iets doe dan doe ik het goed. Kost wellicht wel wat meer tijd, maar dan heb je ook wat. Helaas zit daardoor zakelijk gezien niemand op mij te wachten: “Tijd is immers geld.”

Mijn waardering bestaat doorgaans uit mooie woorden. Zo schrijf ik goede journalistieke teksten, heb ik een helder inzicht en ben ik bedacht op de belangen die schuilgaan achter nieuwsfeiten en persberichten. Kortom: “Ik heb een goed boerenverstand.” En zoals het een goed boer betaamt, heb ik dus ook altijd wat te zeiken.

Eigenlijk verbaast het me weleens dat er mensen op mij gesteld zijn, want wie wil er nou omgaan met iemand die altijd kwaad is? En toch heb ik die woede nodig om te kunnen excelleren. Het is de motor die mij voortbeweegt, maar vooralsnog niet veel verder brengt.

Ik zou willen dat ik echt zou kunnen berusten in mijn situatie: ondersteuningsgeld om rond te komen en een toffe radiohobby. Leven van de waardering met woorden en niet dromen van materiële zaken, zoals lekker eten, een verre reis of een prachtige auto; zo eentje als mijn vrouw heeft gekocht en waar ik niet in mag rijden. Geluk zit in de kleine dingen, maar ik denk alleen maar groter. Tsja, dan had ik maar nooit aan de Fontys Hogescholen moeten gaan studeren.

Echt, ik ben heel blij met alle waardering. En toch denk ik: ‘Wat koop ik voor eigenwaarde en mooie woorden, als de daad niet bij die woorden wordt gevoegd?’