Als ik ergens depressief van zou worden dan is het wel Sinterklaas.
Gelukkig kan ik niet meer worden, wat ik al ben.
Soms valt het dus toch mee om depressief te zijn.
Ik haat Sinterklaas. En nee, niet vanwege Zwarte Piet, maar vanwege de onmiskenbare ongelijkheid, die blijkt uit dit feest. Het valt mij namelijk al sinds mijn vroege kindertijd op dat het formaat van de cadeaus samenhangt met de woning waarin ze gekregen worden.
Misschien denk je nu: “Maar dat is toch logisch: een groot cadeau past niet in een klein huis!” En natuurlijk snap ik dat een klein cadeau wel heel schril overkomt in een groot huis, maar leg een kind maar eens uit dat Sinterklaas zich aanpast aan de portemonnee van zijn of haar ouders.
Vanwege de ongelijkheid van het Sinterklaasfeest ben ik dus altijd tegen Sinterklaas geweest. En dat was dom. De goed heiligman is namelijk onmisbaar in de opvoeding; zo merk ik. En eigenlijk belangrijker nog zijn, zijn knechten. “Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe,” zo luidt een van de belangrijkste zinnen uit ‘Zie ginds komt de stoomboot.’
Sinterklaas is niet zomaar een onschuldig toneelstuk, dat we elk jaar weer opvoeren samen met de racismediscussie over zijn knecht. Sinterklaas is voor ouders met lastige kinderen de onmisbare opvoedhulp om je kinderen gehoorzaam te krijgen. Je moet als ouders toch een stok, of eigenlijk een roe, achter de deur hebben.
Probleem alleen is dat ik vind dat mijn zoontje eigenlijk van alles al genoeg heeft. Nou ja, behalve dan een spelcomputer. En zou het voor ons ouders ook niet heerlijk zijn als hij zich terug kan trekken met een Nintendo Switch. Ik sta nu dus in dubio. Een Nintendo Switch kost 299 euro. Althans bij, ‘Ik ben toch niet gek?’
En 299 euro staat voor mij gelijk aan een groot cadeau. Ook al past de omvang van dit apparaat prima in onze woning. Bovendien waar sta ik met zo’n cadeau in mijn hele weerstand tegen de onrechtvaardigheid van het Sinterklaasfeest.
Principes zijn soms verdomde lastig. En natuurlijk krijgt mijn zoontje naast zo’n spelcomputer dan niet nog meer cadeaus. Toch blijft overeind dat 299 euro de limiet van de vorige bezoeken van Sinterklaas ruimschoots overstijgt. En nou weet ik dat het economisch beter gaat met ons land, maar toch merkt deze vader dat niet in zijn portemonnee.
Uit principe zou ik nu tegen hem willen zeggen: ‘Sinterklaas bestaat niet,’ maar dan ben ik ook mijn onmisbare opvoedhulp kwijt. En oh, wat kan mijn zoontje soms het bloed onder mijn nagels uithalen, waardoor ik trouwens ook worstel met die Nintendo Switch, want welk signaal geeft Sinterklaas af aan mijn zoon. Ja, jongen schreeuw maar in de winkel en sla je ouders maar van mij krijg je toch elk jaar een mooi cadeau.
Zo brengt Sinterklaas me iedere jaar weer in gewetenswroeging. En dan heb ik het dus nog niet eens over zijn donkere hulp gehad. Al moge duidelijk zijn dat ik zijn knecht in elk geval wil behouden, voor de dreiging van de roe. Dus als Sint Nicolaas aardiger wordt en geen kind meer mee naar Spanje mag nemen, dan is zijn Pietermans ook niet meer nodig. Sterker nog dan vervalt de opvoedkundige hulp en kunnen we met het feest stoppen.
Blijven we het Sinterklaasfeest wel vieren dan moet Piet in alle huidskleuren worden uitgevoerd, want Sinterklaas mag niet de opvoedhulp van racisten zijn. Althans, ik wil van mijn zoon geen vreemdelingenhater maken. Hij haat soms zijn ouders al. En dat is meer dan genoeg.
Oh ja, en als mijn zoon boos is op zijn papa, dan denk ik gewoon: (Laat Ze Maar Praten).
kinderen voor kinderen – ik ben toch zeker sinterklaas niet
Podcast: Play in new window
Subscribe: RSS