Ik zou graag willen huilen, gewoon om mijn verdriet en angst een plek te geven. Ik vind dat ik iets moet vinden, maar weet niet meer wat ervan te vinden. De meningen vliegen de laatste dagen rond mijn oren, zoals dinsdag de granaatscherven – in die paar minuten – in het rond vlogen. Voor sommigen is het zonneklaar, of roepen zij ook alleen maar om de pijn niet te hoeven voelen en om hun angst te overschreeuwen. Ik reageer in tegenovergestelde richting: ik val stil.