Vrijwilligers zijn overal nodig. Ik waardeer het als mensen zich belangeloos voor een ander inzetten. Tegelijkertijd vind ik het onjuist dat de samenleving draait op vrijwilligerswerk. Werk moet betaald worden en iets wat vrijwillig moet gebeuren, mag nooit opgelegd zijn.
Het voelt raar nu de kogel door de kerk is en naar buiten is gebracht dat ik raadslid word in de gemeente Landerd. Ik word overvallen door twijfels of ik hier wel goed aan doe. Natuurlijk heb ik mezelf de vraag gesteld of ik dit als journalist wel kan maken. Alleen in hoeverre was ik sinds februari 2013 nog journalist?
Aanranding is niet voorbehouden aan mannen, ook vrouwen maken zich er schuldig aan. Of althans: meiden. Ik kan namelijk niet uit een eigen ervaring putten ooit aangerand te zijn door een vrouw, maar wel door meiden. Ik was toen overigens zelf nog een puber. Nee, ik heb nooit aangifte gedaan, want wij mannen moeten toch vooral blij zijn met ‘zulke’ aandacht.
Nederland loopt graag in de voetsporen van de Verenigde Staten. Vaak is het weinig hoopgevend om voor de 51e staat van Amerika door te gaan. De kloof tussen arm en rijk is gigantisch, zo was afgelopen week weer eens te zien in Nieuwsuur. Vaak vind ik dat Amerika haar tradities mag houden. Uitzondering hierop vormt het door Twan Huys naar Nederland gehaalde Correspondents’ Dinner. Dat mag van mij best een blijvertje zijn, maar dan wel met het juiste publiek.
Schelden, schreeuwen, spugen en slaan, dat is nodig om gehoord te worden. Hoe grover de opmerking, hoe groter het gehoor. Het maakt niet uit of je goed geïnformeerd bent of slechts kort door de bocht gaat als je maar om aandacht smeekt.
Het is nu al enige jaren geleden dat ik geschaard kon worden onder de benaming ‘journalist’. Niet dat ik mezelf ooit zo genoemd heb, want ik heb altijd gevonden dat ik daarvoor teveel een mening heb. Ik zag mezelf als radiomaker, nieuwslezer en verslaggever, maar niet als journalist. Ik wil namelijk door iedereen aardig gevonden worden en dan wordt het lastig om journalistiek te bedrijven.